Contact
Menu
Job Leene
Leene Inside

Twintig over Twintig: Job Leene

Vandaag bestaat Leene Communicatie exact 20 jaar, en dat gaan wij vieren!

Twintig (oud) collega’s beantwoorden twintig vragen over communicatie, media en het bureau. 20 jaar terug en 20 jaar vooruit. Wij zetten twintig jaar Leene Communicatie in perspectief en kijken daarbij ook naar de toekomst van de vakwereld en het bureau. We trappen dit concept af met onze eigen oprichter, Job Leene.

1. Wil je jezelf eens voorstellen?

Ik ben Job Leene, 57 jaar en woonachtig in Gouda. Ik ben al ruim 25 jaar samen met Liesbeth en samen hebben we drie bloedmooie en inmiddels volwassen dochters.

2. Wanneer ben je begonnen bij Leene Communicatie?

In mijn geval: begonnen mét Leene Communicatie, toen nog Leene.txt geheten. Op 1 december 2000 om precies te zijn. Om half één ‘s middags.

3. Wat doe je binnen het bureau?

Sinds ik afgelopen zomer het MT verliet, noem ik mezelf gewoon weer tekstschrijver. In het verlengde daarvan denk ik actief mee met opdrachtgevers. Werken aan concrete communicatieklussen is toch wel ‘t mooiste dat er is.

4. Voor welke opdrachtgevers/projecten?

Dat zijn er heel wat, en door de jaren heen ook heel veel geweest. Wat me de meeste voldoening geeft, is wanneer ik via m’n werk concreet kan bijdragen aan het verbeteren van de levenssituatie van mensen. Momenteel bijvoorbeeld Rotterdammers die diep in de schulden zitten of zwaar gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire.

5. Met wie doe je deze projecten? 

Onder meer met collega Merel en Paulien, collega van Maatschap. Maar ik voel me een soort vliegende keep die her en der bijspringt, en werk dus met veel collega’s samen. Soms doe ik ook klussen alleen, overigens.

6. Wat was voor jou de belangrijkste gebeurtenis in de afgelopen 20 jaar?

Ook dat zijn er veel geweest, zowel positief als negatief. Achteraf denk ik dat het in 2005 winnen van een belangrijke aanbesteding voor de RVD voor ons de doorbraak markeerde. Brutaalweg met een club van toen vier man zestien andere bureaus het nakijken geven, om vervolgens onder meer de redactie te mogen doen van de jubileumsite van koningin Beatrix. We hoefden toen nergens meer te vertellen dat we wel wat konden, het opende voor ons tal van deuren. Het uitbreken van de bankencrisis in 2008 luidde ook voor ons een heftige periode in, die langer duurde dan menigeen konden voorzien. We hebben het gered door te blijven doen waar we sterk in zijn: kwaliteit leveren, samenwerken op basis van vertrouwen en open en eerlijk zakendoen.

7. Hoe zou jij Leene Communicatie nu als bureau omschrijven?

Dat staat hierboven eigenlijk al. Want daar draait het voor mij om. Een bureau met superbetrokken collega’s die graag werken aan communicatievraagstukken met een grote maatschappelijke relevantie. Misschien niet het hipste bureau, wel met de mooiste opdrachtgevers en gaafste klussen. Tenminste, als je ervan houdt om werk te doen dat ertoe doet.

8. Welke collega’s zijn je het meest bijgebleven en waarom?

Die vraag is, in elk geval voor mij, eigenlijk onmogelijk te beantwoorden. We hebben alle types wel zien langskomen denk ik. Wat ik wel heel gaaf vond – nog steeds eigenlijk – is als mensen hun baan opzeggen om bij ons te komen werken. Of die dit als eerste baan hebben, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze bij ons het vak goed kunnen leren. Daar ben ik erg trots op.

9. Wat heb je tot nu toe geleerd bij Leene Communicatie?

Van de ontelbaar veel dingen die ik in de afgelopen twintig jaar geleerd heb: dat het nóóit om financiële doelen mag draaien. En ook: dat mensen het beste functioneren als je hen vrijlaat en alle vertrouwen en verantwoordelijkheid geeft. En dat niets zoveel energie geeft als werk dat ertoe doet.

10. Met welk gevoel kijk jij naar je dienstverband bij Leene Communicatie?

Het grappige is dat ik nooit een dienstverband gehad heb… Maar trots is toch wel het overheersende gevoel: trots op wat er vandaag de dag staat als bureau.

11. Wat was er vroeger in de communicatiewereld helemaal anders dan tegenwoordig?

Ehm: dat teksten destijds een stuk langer mochten zijn? De snelheid en veelheid van informatie en media uiteraard. Die zijn zo enorm toegenomen. Maar daarmee ook de vluchtigheid en oppervlakkigheid, net als de onbetrouwbaarheid van veel informatie. Het is een verademing als je je werk grondig en écht goed kan doen, dat zorgt ook voor betere resultaten. Ik denk verder dat het twintig jaar geleden allemaal een stuk meer om goede relaties draaide. En als je gewoon goed werk afleverde, dan mocht je blijven. Ook bij de overheid. Dat is ook niet altijd goed natuurlijk. Maar het huidige systeem van aanbestedingen kost héél veel tijd zonder dat het de beste uitkomst garandeert. Het creëert een schijnzekerheid en schijnobjectiviteit. Want of het klikt met de opdrachtgever en hoe betrokken je bent valt niet via een excelsheet uit te drukken. Terwijl het wel de belangrijkste voorwaarde is voor goede samenwerking en het behalen van de beste resultaten.

12. Wat is je grootste blunder, lachwekkende situatie of uitglijder?

Ook dat zijn er te veel. Ik ben slecht in het onthouden van namen, of ik haal ze door elkaar. Dat heeft regelmatig voor pijnlijke situaties gezorgd.

13. Wat heb je nooit durven zeggen, maar wil je alsnog met ons delen?

Dat ik, ook na al die jaren, na het schrijven van een verhaal nog altijd bang ben dat de opdrachtgever of een collega het hélemaal niks vindt. Dat ik tegen de lamp loop. Het is altijd weer een opluchting als de reactie positief is. Gelukkig is dat laatste meestal het geval.

14. Wat maakt Leene Communicatie volgens jou uniek?

Wat is uniek? En moet je per se ergens uniek in zijn? Er zijn heel wat uitstekende collega-bureaus, die zijn ook niet allemaal uniek. Wij ook niet. Onze bedrijfscultuur, die vind ik wel bijzonder. De ‘doe maar gewoon’-cultuur. Respect en aandacht voor elkaar. En gewoon kunnen zeggen wat je écht ergens van vindt. Ook naar opdrachtgevers.

15. Wat was het leukste Leene-uitje waar je ooit bij was en waarom (vertel eens…)?

Met z’n allen naar IJsland was wel heel apart. Maar we zijn in de crisistijd ook wel eens een middag naar Schoonhoven geweest. En dit jaar gingen we op 1,5 meter afstand fietsen in het Westland. Ook leuk. Met de hele club even weg zijn en elkaar eens goed spreken, da’s altijd goed. Waar je ook bent.

16. Wat is volgens jou de belangrijkste communicatietrend van dit moment?

Betrouwbaarheid van informatie zal ongetwijfeld een steeds groter thema worden. En is het nu al. Wie en wat kun je nog geloven? ‘Fake-news’ wordt steeds echter en is steeds lastiger te onderscheiden van ‘echt’. Daar ligt een enorme uitdaging binnen ons vak.

17. Waar zou Leene Communicatie zich volgens jou de komende 20 jaar op moeten richten?

Dat is wel héél lang. Misschien toch wel: een tegenwicht (blijven) bieden voor alle oppervlakkigheid. Zorgen voor communicatie-instrumenten en aanpakken die écht werken en in een behoefte voorzien. Hip of niet.

18. Hoe zie jij de communicatiewereld over 20 jaar?

De technische mogelijkheden gaan steeds verder, maar wat dat precies voor ons vak betekent weet niemand. Computers zijn steeds beter in het schrijven van teksten. Maar ik kan me niet indenken dat tekstschrijvers ooit ingewisseld worden, hooguit voor ‘basisteksten’. Je ziet tegelijk dat ‘oude’ instrumenten als ‘een persconferentie’ of een invoelende, persoonlijke toespraak zeer gewaardeerd – althans goed bekeken – worden. Mensen willen in onzekere tijden als de huidige geen hippe tools, maar iemand van vlees en bloed die om de paar weken op een begrijpelijke manier via hun beeldscherm toespreekt. De roep om authenticiteit en betrouwbaarheid, zowel in de zin van inhoud als van media, zal alleen maar groeien, denk ik.

19. Naar wie ben je benieuwd en wat zou je die persoon willen vragen?

Er schiet me even niemand te binnen. Ik heb ook geen ‘idool’ ofzo. Barack Obama misschien. Maar ik heb niet de behoefte hem iets te vragen. Luisteren naar wat hij te zeggen heeft, en vooral: hóe hij dat doet, da’s genoeg. Maakt niet uit waarover.

20. Wat is je wens voor Leene Communicatie?

Dat het bureau nog héél lang prachtige klussen voor mooie opdrachtgevers mag doen. Maar vooral: werk dat ertoe doet, werk waar we uiteindelijk met z’n allen beter van worden. In de breedste zin van het woord.

Lees wat we verder te vertellen hebben